
De functie van de plank zit in de twee armen: de functie van de plankkracht wordt uitgeoefend op de ronde steunkracht van de twee armen. Deze steunkracht moet actief worden gebruikt bij elke actie.
Slag in de handpalm: Stroke is de techniek om de plank te breken. De perceptie van de linker- en rechterslagen zit allemaal in de twee handpalmen. Met de perceptie van de handpalmen kun je de lichtheid, zwaarte, leegte en realiteit van de tegenstander achterhalen, en dan kun je de slag volgen.
Knijp op de rug van de hand: Squeeze is een techniek van slaan. Nadat je de verdedigende plank van de tegenstander hebt gestreeld, kun je aanvallen met de squeeze hand; de hand-holding moet worden toegevoegd aan het gap point van de tegenstander om te squeezen en te pressen. Als beide handen samen worden gebruikt, kan de slagkracht worden vergroot.
Druk op de taille-aanval: Press is een stijl van duwen met beide handen, waarbij de aanvalskracht wordt uitgezonden, waarbij de taille de belangrijkste kracht is.
Het plukken gebeurt met de tien vingers: Plukken is het vastpakken met de handen, zodat de kracht van de tien vingers stevig verankerd is.
Met beide armen wordt de hele arm van de tegenstander vastgepakt. De twee armen worden gebruikt om de elleboog van de tegenstander met één hand vast te pakken en de pols met de andere hand, en dan kracht te gebruiken om de riem naar beneden te trekken. De twee armen zijn de twee armen.
Ellebogen worden gebruikt bij het buigen: De elleboog wordt gebruikt om de tegenstander met elleboogkracht te raken. Ongeacht aanvallen of tegenaanvallen, moet de onderarm naar achteren worden gebogen bij gebruik, en de elleboogpunt moet worden gebruikt om horizontaal te slaan of te slaan.
Leun op de schouder en borst: Bij de leaning-methode wordt de tegenstander met de schouder op de borst geraakt, of met de arm op de taille en ribben van de tegenstander.
Vooruitgang in de cloudhand: De cloud hand-techniek staat in het Tai Chi bekend als ‘advance’, wat betekent dat je de techniek van je tegenstander binnengaat. De cloud hand is daar één van.
Terugtrekken in de armrotatie: In Tai Chi wordt de armrotatie-wandelmethode gebruikt onder het woord "retreat", dat wordt gebruikt wanneer men het momentum van de tegenstander wil ontwijken en niet kan terugvechten. Het is een van de methoden van retreat.
Gu Zai San Qian: Gu betekent 'zorgen voor' en 'beschermen'. Dit betekent dat je, wanneer je de strijd van een tegenstander overneemt, eerst goed voor je ogen, handen en voeten moet zorgen om te voorkomen dat je door de tegenstander wordt geraakt.
Kijk uit naar de zeven sterren: Kijk ernaar uit om aandacht te besteden aan en bezoek, wat ook waakzaamheid kan betekenen. De zeven sterren verwijzen naar de zeven delen van het lichaam, namelijk schouders, ellebogen, knieën, heupen, handen en voeten. Wanneer je het overneemt van de tegenstander, moet je te allen tijde zorgvuldig voor deze zeven delen zorgen, of je nu stilstaat of in beweging bent.
Wees vastbesloten om de kloof van de tegenstander te vinden: Wees vastbesloten om de kloof van de tegenstander te vinden. Wanneer je vecht met de tegenstander, moet je niet haasten om de kans te krijgen om aan te vallen, en onmiddellijk continu aanvallen om het doel van preëmptieve aanval te bereiken.
Haal het horizontale: raken. Als je de tegenstander wilt raken, moet je de horizontale van de tegenstander krijgen. De horizontale betekent dat ik me omdraai om de kant van de tegenstander te vinden als ik met de tegenstander vecht. De kant van de tegenstander voor me wordt de horizontale genoemd en ik val de horizontale van de tegenstander onmiddellijk aan.
Stagnatie in dubbel: Dubbel betekent dat het zwaartepunt van de twee kanten elkaar ontmoeten, wat betekent dat kracht en kracht strijden. Op deze manier is het onmogelijk om flexibel te ontwijken en te veranderen, dus dubbel moet worden vermeden.
Algemeen in enkel licht: Enkel licht betekent dat je het zware vermijdt en voor het lichte gaat. Dat wil zeggen dat het gebruik van één gewicht ervoor kan zorgen dat de tegenstander de weerstand verliest.
Leeg bij vasthouden: Leeg betekent dat je, wanneer je met de tegenstander vecht, niet de overhand krijgt of niet de kans krijgt om aan te vallen. Je moet dan in de verdediging gaan en het momentum tegenhouden.
Echt moet aanvallen: Echt is wanneer je vecht met de tegenstander, je hebt al de overhand, je kunt profiteren van de lege ruimte en op dit moment direct aanvallen, dit wordt echt krijgen genoemd.